Wil jij je motorrijbewijs halen? Dan moet je drie examens bij het CBR afleggen: de motor theorie, het AVB-examen (voertuigbeheersing) en het AVD-examen (verkeersdeelneming). Vooral tijdens het AVD-examen speelt de vraag: waar hoort een motorrijder precies op de weg te rijden?
In dit artikel leggen we uit hoe de examens in elkaar zitten, welke rol je theorie speelt in de praktijk, en hoe je als beginnende motorrijder de juiste positie kiest.
Het CBR motor theorie-examen
Het CBR motor theorie-examen is de eerste stap. Je moet dit halen voordat je praktijkexamen mag doen. Tijdens dit examen worden drie onderdelen getest:
- Verkeersregels – de basisregels voor alle weggebruikers én de specifieke regels voor motorrijders.
- Verkeersinzicht – hoe pas je de regels toe in verschillende situaties?
- Risicoherkenning – gevaar op tijd zien en juist handelen.
Tip: Het theoriecertificaat is 1,5 jaar geldig, dus plan je vervolgexamens op tijd.
Het AVB-examen: voertuigbeheersing
Na het theorie-examen volgt het AVB-examen (Algemeen Voertuigbeheersing). Hier laat je zien dat je je motor onder controle hebt. Je doet oefeningen zoals:
- Precisierijden (langzaam rijden, slalom)
- Remoefeningen (normaal, noodstop)
- Uitwijkoefeningen
- Bijzondere verrichtingen
Pas als je dit examen haalt, mag je door naar de laatste stap: het AVD-examen.
Het AVD-examen: verkeersdeelneming
Het CBR motor AVD-examen draait om veilig en zelfstandig deelnemen aan het verkeer. Hier laat je zien dat je de theorie en je motorbeheersing in de praktijk kunt toepassen.
Uitgangspunt: midden van de veilige ruimte
De rijprocedure A van het CBR zegt dat motorrijders in normale omstandigheden in het midden van hun eigen rijstrook rijden. Tegelijkertijd schrijft de wet voor dat je zoveel mogelijk rechts moet houden. De juiste positie is dus altijd de plek die jou het meeste overzicht en veiligheid biedt.
Positie in bochten
Een belangrijk punt tijdens het AVD-examen is hoe je bochten neemt:
- Bocht naar links → zoveel mogelijk rechts op de rijstrook rijden (meer zicht op tegemoetkomend verkeer).
- Bocht naar rechts → zoveel mogelijk links op de rijstrook rijden (meer overzicht door de bocht).
✅ Houd altijd voldoende afstand van ander verkeer.
✅ Rij vloeiend, zonder abrupte stuurbewegingen.
Wegen zonder belijning
Rijd je op een weg zonder belijning? Dan mag je in overzichtelijke bochten meer richting het midden van de veilige ruimte rijden. Steek je daarbij een stukje over de denkbeeldige middenlijn? Dan wordt dat tijdens het examen niet fout gerekend, zolang dit veilig, vloeiend en gecontroleerd gebeurt.
Waar let de examinator op bij het CBR motor examen?
De examinator beoordeelt niet alleen of je de regels kent, maar vooral hoe je die in de praktijk toepast. Hij of zij kijkt naar:
- Veiligheid – houd je afstand en vermijd je risico’s?
- Overzicht – kies je steeds de positie met het beste zicht?
- Vloeiend rijden – laat je beheerst rijgedrag zien, zonder onzekerheid?
Tips om te slagen voor je AVD-examen
- Oefen bewust met je wegpositie tijdens de lessen en bespreek dit met je instructeur.
- Leg de link tussen de motor theorie en de praktijk: laat zien dat je snapt waarom je ergens rijdt.
- Blijf kalm en vloeiend rijden, ook als je onzeker bent.
Conclusie
Het traject naar je motorrijbewijs bij het CBR begint bij de theorie en eindigt met het AVD-examen. Tijdens dat laatste examen speelt jouw positie op de weg een cruciale rol. Als je steeds kiest voor de veiligste en meest overzichtelijke positie, laat je zien dat je klaar bent om als motorrijder zelfstandig en veilig de weg op te gaan.